Mont Blanc
Mont Blanc de Courmayeur
Dufourspitze
Nordend
Zumsteinspitze
Signalkuppe/Punta Gnifetti
Dom de Mischabel
Lyskamm
Weisshorn
Täschhorn
Matterhorn
Mont Maudit
Parrotspitze
Dent Blanche
Ludwigshöhe
Nadelhorn
Corno Nero
Grand Combin
Dome du Gouter
Lenzspitze
Finsteraarhorn
Mont Blanc du Tacul
Stecknadelhorn
Castor
Zinalrothorn
Hohberghorn
Piramide Vincent
Grandes Jorasses
Alphubel
Rimpfischhorn
Aletschhorn
Strahlhorn
Dent d´Herens
Breithorn
Jungfrau
Bishorn
Aiguille Verte
Aiguilles du Diable
Aiguille Blanche de Peuterey
Mönch
Barre des Ecrins
Pollux
Schreckhorn
Obergabelhorn
Gran Paradiso
Aiguille de Bionnassay
Fiescherhorn
Piz Bernina
Lauteraarhorn
Allalinhorn
Col de l’Iseran, 2770m
Col du Galibier, 2645m
Nufenenpas, 2478m
Grote Sint Bernard-pas, 2469m
Furkapas, 2436m
Flüelapas, 2383m
Berninapas, 2312m
Albulapas, 2312m
Julierpas, 2284m
Kleine Sint Bernard-pas, 2188m
Grimselpas, 2165m
Col du Tourmalet, 2115m
Simplonpas, 2005m
Col de la Madeleine, 1993m
Cormet de Roselend, 1968m
Col des Saisies, 1657m
Col de la Colombière, 1613m
Col de la Ramaz, 1610m
Zweden is een land van tegenstellingen. Enerzijds dichtbij, anderzijds ver weg. Malmö is slechts 800km rijden vanuit Nederland, maar Kiruna in het uiterste noorden 2650km. Van oost naar west is Zweden ongeveer 500km breed en met een oppervlakte van 450.000km2 is het 11 keer zo groot als Nederland. Er wonen 9 miljoen mensen in Zweden, waarvan 1.7mln in de omgeving van Stockholm en 870.000 in de omgeving van Gothenburg. De laatste grote stadsregio van Zweden is Malmö met ruim 614.000 inwoners. In de steden zelf wonen respectievelijk 820.000, 515.000 en 267.000 mensen.
Klimaat van ZwedenDankzij de grootte van het land is ook het klimaat zeer divers: in het zuidwesten (tussen Gothenburg en Malmö) is het klimaat vrijwel hetzelfde als in Nederland met zachte winters en koele zomers, met neerslag in alle jaargetijden. De herfst valt iets eerder in en de lente begint iets later.Naarmate men verder naar het oosten of noorden gaat, wordt het snel kouder in de winter en warmer in de zomer. Zo is sneeuw in de directe omgeving van Gothenburg een uitzondering, terwijl het 60km landinwaarts (Borås) een veel voorkomend verschijnsel is. Algemeen gezegd kan worden dat het zuidwesten van het land (een lijn van de Noorse grens via Jönköping naar Kalmar) gemiddeld het warmst en natst is. Boven die grens beginnen andere invloeden te werken: men gaat verder landinwaarts, waardoor het klimaat meer een landklimaat krijgt en verder naar het noorden. In het oosten en zuiden ligt weliswaar de Oostzee en Botnische Golf, maar deze zijn (met name in de winter) veel kouder dan de zee in het westen. Voor het meer noordelijk gelegen deel van Zweden geldt dat het in de luwte van het Noorse Hoogland ligt, waardoor de opwarmende werking van de Atlantische Oceaan teniet wordt gedaan. Ook houdt het Noorse Hoogland veel neerslag tegen. Hierdoor is het noorden van Zweden vaak verzekerd van droog en stabiel weer. In de winter kan het hier overal verschrikkelijk koud worden: temperaturen onder de -50°C zijn hier meerdere malen gemeten. De gemiddelde wintertemperatuur in Kiruna is -13°C en de winter duurt hier in het noorden ruim 7 maanden: van oktober tot april vriest het hier. In oktober komt ook de eerste sneeuw, die soms tot in juni blijft liggen. In de hoge bergen (Kebnekaise, 2117m, gelegen in het uiterste noorden van Zweden) in het noorden en westen is uiteraard sprake van eeuwige sneeuw.
Natuur in ZwedenDe natuur in Zweden is overweldigend: er zijn duizenden meren, uitgestrekte bossen en onverstoorde berggebieden. Dit is uiteraard ook te danken aan de geringe bevolkingsdichtheid: per km2 wonen hier 20x zo weinig mensen als in Nederland. Vooral het noorden van Zweden is grotendeels onbewoond. Zo is de provincie Kiruna half zo groot als Nederland en wonen er maar 26.000 mensen.Het zuiden van het land wordt gekenmerkt door bossen en relatief veel landbouw. De grond is hier vruchtbaar en het klimaat vriendelijk. Ook de geografie werkt goed mee: er is weinig reliëf. In het zuiden liggen ook de grote meren: het Vätternmeer en het Vänernmeer. Deze meren spelen een grote rol in de Zweedse toeristenindustrie. Verder naar het noorden begint het landschap meer te glooien en wordt de ondergroei in de bossen minder dicht. De bossen zijn wel nog gemengd van karakter: ze bestaan grotendeels uit diverse soorten dennen en berken. Halverwege Zweden, tegen de grens met Noorwegen ligt de regio Jämtland. Hier liggen ook de Zweedse skigebieden van Åre. Tussen Åre en Funasdalen liggen de eerste hoge bergen van Zweden: afgevlakte toppen en hoge hoogvlaktes zorgen hier voor een toendra-klimaat. De hoogvlaktes liggen boven de 1000m hoogte, de hoogste toppen zijn meer dan 1500m hoog en voorzien van eeuwige sneeuw.
Het uiterste noorden van Zweden bestaat voornamelijk uit toendra op de hoogvlaktes met af en toe een verdwaalde berk, terwijl de lager gelegen dalen uit uitgestrekte sparrenbossen bestaan. Hier lopen regelmatig elanden en rendieren over de weg en komen ook nog wolven, beren en lynxen voor. De vele rivieren en meren in het binnenland maken Zweden bij uitstek geschikt voor meerdaagse kano-vakanties.
Activiteiten in ZwedenHet ijshotelÉén van de grootste attracties van Zweden is het ijshotel in Jukkäsjärvi, 30km van Kiruna. Dit hotel wordt ieder jaar opnieuw gebouwd en is daarom uniek. Het ijshotel is vooral een uiting van kunst en een unieke locatie om te trouwen, maar aan de andere kant zeer commercieel en kitsch. Desalniettemin is het ijshotel een prachtig bouwwerk wat op lijkt te gaan in zijn omgeving.
NoorderlichtHet noorderlicht (Aurora Borealis) is een indrukwekkend natuurverschijnsel wat voortkomt uit de botsing van de zogenoemde zonnewind met het magnetische veld van de aarde. Dit is vooral richting de polen goed zichtbaar, omdat het hier in de winter goed donker wordt en het magnetische veld sterker is dan elders. Het noorderlicht is moeilijk te voorspellen, maar een prachtig schouwspel: diverse tinten groen en paars schieten langs de hemel en weerkaatsen op de sneeuw en ijs.
Midzomernachtzon
Midden juni gaan er veel toeristen naar Zweden en Noorwegen om de midzomernachtzon mee te maken. Dankzij het feit dat onze aarde iets schuin op zijn as staat is het in het noorden langer licht in de zomer en in de winter langer donker. Op de poolcirkel gaat de zon zelfs niet onder op de langste dag van het jaar. Hoe verder men naar het noorden gaat, des te langer deze periode duurt. In het noorden van Zweden gaat de zon niet onder van eind mei tot halverwege juli.
Wandelen in ZwedenZweden is bij uitstek een land voor meerdaagse trektochten door de vrije natuur. Wildkamperen is hier onder bepaalde voorwaarden toegestaan en de bossen lenen zich prima voor een kampement. Uiteraard is het ook mogelijk om een huttentocht te maken: er zijn voldoende hutten in Zweden, die soms wel wat ver uit elkaar liggen. In grote delen van Zweden is het terrein niet erg steil en komt het vooral aan op een goede wandelconditie. In bepaalde jaargetijden en gebieden is de kans op overlast van muggen vrij groot. Simpele oplossingen hiervoor is stijgen naar grotere hoogtes of goed anti-muggenspul aanschaffen. |