Mont Blanc
Mont Blanc de Courmayeur
Dufourspitze
Nordend
Zumsteinspitze
Signalkuppe/Punta Gnifetti
Dom de Mischabel
Lyskamm
Weisshorn
Täschhorn
Matterhorn
Mont Maudit
Parrotspitze
Dent Blanche
Ludwigshöhe
Nadelhorn
Corno Nero
Grand Combin
Dome du Gouter
Lenzspitze
Finsteraarhorn
Mont Blanc du Tacul
Stecknadelhorn
Castor
Zinalrothorn
Hohberghorn
Piramide Vincent
Grandes Jorasses
Alphubel
Rimpfischhorn
Aletschhorn
Strahlhorn
Dent d´Herens
Breithorn
Jungfrau
Bishorn
Aiguille Verte
Aiguilles du Diable
Aiguille Blanche de Peuterey
Mönch
Barre des Ecrins
Pollux
Schreckhorn
Obergabelhorn
Gran Paradiso
Aiguille de Bionnassay
Fiescherhorn
Piz Bernina
Lauteraarhorn
Allalinhorn
Col de l’Iseran, 2770m
Col du Galibier, 2645m
Nufenenpas, 2478m
Grote Sint Bernard-pas, 2469m
Furkapas, 2436m
Flüelapas, 2383m
Berninapas, 2312m
Albulapas, 2312m
Julierpas, 2284m
Kleine Sint Bernard-pas, 2188m
Grimselpas, 2165m
Col du Tourmalet, 2115m
Simplonpas, 2005m
Col de la Madeleine, 1993m
Cormet de Roselend, 1968m
Col des Saisies, 1657m
Col de la Colombière, 1613m
Col de la Ramaz, 1610m
Tocht tussen de wolken2.5 uur (heen en terug), 436m hoogteverschilLees ook: Mattmarksee-TällibodenHet was onze eerste vakantie met onze hond, de zwarte labrador Luna. We waren net een week in Frankrijk geweest op een speciale hondencamping en waren nog met ons hoofd daar. Gister de lange rit van daar naar hier in Zwitserland gemaakt: toch een goede 900km en de hitte was behoorlijk aanwezig. Gelukkig is het hier in Zwitserland een stuk koeler, al is er een kleine kans op een onweersbui later op de dag. Al kijkend op de kaart hadden we de conclusie getrokken dat het Val d´Anniviers prachtig moest zijn. Aan het eind splitst het dal: de oostelijke kant gaat naar Zinal, de westelijke kant gaat omhoog naar het stuwmeer van Moiry (2249m). De weg loopt nog een stukje door tot aan Parking du Glacier (2389m), vanwaar we een milde acclimatisatie-tocht hebben gepland naar Cabane de Moiry (2825m).
Het is droog, bewolkt en niet bepaald koud als we aan de tocht beginnen. Het landschap is overweldigend: een klein gletsjermeer (Lac de la Bayenna) vlak bij de parkeerplaats, pieken boven de 3000m overal rondom ons heen. Aan het eind van het dal ligt de Glacier de Moiry, die het ijs afvoert van de Pigne de la Lé (3396m), Grand Cornier (3962m), Pointe de Bricola (3658m) en de Pointes de Mourti (3564m). De gletsjer is ongeveer 5km lang en op het breedste stuk 2km breed.
Het pad begint niet al te steil, glooiend zelfs. Het pad loopt omhoog tot de zijmorene van de gletsjers. Aan de morene is te zien hoe enorm de gletsjer jaren terug geweest is: het hoogteverschil is ruim 50m. Deze zijmorene vormt een prachtige graat om overheen te lopen: aan de linkerkant sneeuwvelden en kleine meertjes van smeltwater wat niet weg kan en aan de rechterzijde, diep onder ons de gletsjer. Het pad is aan het begin een meter breed, maar wordt gaandeweg steeds iets smaller. Iets boven de 2600m loopt het pad van de morene af en steken we enkele sneeuwvelden over. Halverwege hangt een ketting om enkele passen te vereenvoudigen. Aan het einde van de zomer niet nodig, maar in de eerste helft van de zomer wel erg handig bij het oversteken van dit sneeuwveld.
We dalen een klein stukje af, tot 2590m hoogte, waarna het laatste stuk van de klim begint. Helaas zien we over de Couronne de Bréona (3159m) donkere wolken op ons af komen. Het duurt niet lang voordat de eerste hagel valt en de eerste donderslag zich laat horen. Halverwege het (zeer steile) laatste stuk naar de hut begint dit. Bang dat het al snel zal begin te hozen en echt onweren, trekken we een laatste spurt naar de hut. De hond vind dit prachtig, klauterend en springend over de grote rotsblokken die de laatste etappe vormen. Eenmaal bij de hut aangekomen ga ik naar binnen. Keurig op de hoogte van de geldende regels in de hutten, trek ik mijn schoenen uit en de sloffen aan, dump de rugzak en loop naar binnen. Ik weet dat in deze hut in principe geen honden zijn toegestaan. Gezien het spookachtige weer buiten, de zwarte wolken en het daarbij horende onweer, probeer ik het toch. Helaas, de hond mag zelfs het voorportaal niet in. Ik weiger om zelf naar binnen te gaan en de huttenwaard aan mij te laten verdienen, terwijl de hond buiten in het onweer ligt. We wachten een tijdje, omdat de bui niet echt doorzet en vertrekken weer naar beneden. De afdaling van het steile stuk gaat voorspoedig, maar eenmaal op de graat van de morene komen er weer donkere wolken opzetten. We schakelen nog een tandje bij om in ieder geval van dit uitstekende punt te komen. In de verte slaat de bliksem in. |