Val d’Aosta – Italië

Het Val d’Aosta (of in het Frans, de tweede taal van de vallei “Vallee d’Aoste”) is een grote, brede vallei in het noordwesten van Italië. Het Aosta-dal  is geen provincie van Italië maar een autonome regio met meer rechten. Pas na de Tweede Wereldoorlog werd het Val d’Aosta weer deel van Italië. Voor die tijd hoorde het lange tijd bij Frankrijk. Met name het oudere deel van de bevolking spreekt dan ook grotendeels Frans maar ook Italiaans.

Het Aosta-dal is de plek waar voor mij de liefde voor de bergen pas echt voeten in de aarde kreeg: in 2001 heb ik hier de Gran Paradiso beklommen, op 16 jarige leeftijd. Het was een trip om nooit meer te vergeten en waar veel Alpentochten op volgde.

Het Aosta-dal is een van de meest welvarende regio’s van Italië, mede dankzij het toerisme en de Mont Blanc tunnel. Een van de belangrijkste routes van Italië naar Frankrijk ligt in het Aosta-dal: de Mont Blanc Tunnel. Ook een van de belangrijkste routes naar Zwitserland ligt in dit dal: de Grote Sint Bernhardpas en de gelijknamige tunnel. Beide zijn belangrijke economische troeven.

De hoge Alpen trekken veel toeristen. De Italiaanse Alpen hebben een enorme aantrekkingskracht, evenals de goede campings en berghutten in de regio. De campings in deze omgeving zijn, in tegenstelling tot elders in Italie, redelijk goedkoop. Het openbaar vervoer (voornamelijk bussen) is goedkoop, punctueel en fijnmazig. Ieder zijdal is goed bereikbaar en de bussen zijn uitstekend toegerust voor mensen met rugzakken en koffers.

Voor Nederlanders is het Aosta-dal relatief dichtbij: slechts 950km (vanaf Utrecht). De wintersport-branche is niet zo groot als in Oostenrijk of Frankrijk, maar Breuil-Cervinia (aan de voet van de Matterhorn) en Courmayeur (aan de voet van de Mont Blanc) bieden voldoende ski-mogelijkheden. Jaarlijks zijn er maar liefst 7 miljoen overnachtingen in het Aostadal. Het is dan ook niet verwonderlijk dat bijna 70% van de inwoners zijn boterham verdient met het toerisme. De grootste industrie in het Aostadal is de productie van elektriciteit (waterkracht). In het verleden stond er ook een beeldscherm-fabriek van Philips in Champorcher en is er veel staalbouw geweest.

Het Val d’Aosta vormt het kerngebied van de Alpen: rondom liggen de beroemde en grote massieven van de Monte Rosa, Mont Blanc, Grand Combin en Gran Paradiso. In en direct rondom het dal liggen ongeveer 35 vierduizenders, waaronder de Mont BlancMatterhornDufourspitze en Gran Paradiso. In het noorden ligt het prachtige Valpelline.

Klimaat van Aosta

Aosta ligt op slechts 580 meter hoogte, meestal aan de lijzijde (droge kant) van de Alpen. Het is hier droger dan in Chamonix of Zermatt, de bekende dorpen onder respectievelijk de Mont Blanc en de Matterhorn. Zo ligt Chamonix sterk onder de invloed van de oceaan bij een westenwind en is Zermatt gevoelig natter bij een noordenwind.

In Aosta valt ongeveer 750mm neerslag per jaar en zijn de zomers warm, maar kort. Door de hoge bergen rondom Aosta wordt er veel zonlicht tegengehouden in de andere seizoenen en kunnen de nachten koud zijn. De temperatuur in januari schommelt gemiddeld rond het vriespunt, maar er valt niet veel sneeuw in Aosta. In de hoge bergen rondom Aosta valt meer neerslag en sneeuw. Met name het ValsavarencheVal di Cogne, Cervinia en Courmayeur zijn nat. De boomgrens ligt algemeen rond de 2200 meter, de grens van eeuwige sneeuw ligt rond de 2800 meter. Beide waarden zijn prikwaarden en sterk afhankelijk van de ligging van de helling.